Senver-leden in Beeld

Willem Fahner: over de thuisbridgeclub


Elke eerste en derde zondag van de maand wordt er in het Verbindingshuis gebridget. Aanvang 13.30 uur Verbindingslaan 49, Hilversum-Oost, recht tegenover HGV op de Larenseweg 135 – zie het plaatje. Kosten € 2,50.

“Bridge is zo’n interessant kaartspel”, zegt thuisbridge-initiatiefnemer Willem Fahner, “omdat je communiceert via de kaarten. De kaarten praten! En het is de kunst te weten wát ze zeggen. Het is een verbindingsspel tussen jou en je partner, dat zegt de naam eigenlijk al. Bridge. Brug.”

20 november viert de thuisbridgeclub haar eerste verjaardag. En daar is Willem best trots op. Hij leerde het spel van zijn moeder, die thuis bridgete met vriendinnen. Af en toe mocht hij invallen en hij herinnert zich die middagen als buitengewoon gezellig.

Hoe ontstaat zo’n thuisbridgeclub. “Ik vroeg een vriend van me of hij kon bridgen. Toen nodigden we nog twee mensen uit, en van het een kwam het ander. Nu staan er zo’n dertig mensen op onze lijst die af en toe, of regelmatig, met elkaar in een huiskamer bridgen.”

“Via onze whatsappgroep worden afspraken voor thuis gemaakt. Of  je komt de eerste en derde zondag van de maand naar het Verbindingshuis, of je organiseert zelf een bridgemiddagje in de Melkfabriek, Larenseweg 32. Wist je trouwens dat je hier in de Melkfabriek gewoon kunt binnenlopen, tussen 09.00 en 17.00 uur? Wij bridgen hier wel eens, als het zo uitkomt, soms met z’n vieren, soms met veel meer. Dat kun je afspreken met elkaar.”


Hetty Blaauw: Ik vertik het om een chagrijnig mens te worden

Als een poes in de zon zit Hetty Blaauw in haar paarse stoel. Die kleur paars zit ook in haar aqua-getinte shirt, ketting in dezelfde kleur, bijpassende broek. “Wat zie je er leuk uit”, zeg ik. Ze vertelt: “De ketting komt uit Zuid-Afrika, of Thailand, de broek had ik al, en het jasje, daar liep ik tegen aan!” “Heb je de stoel bij je jasje gekocht?” “Néééé zeg!” Ze schatert het uit. “Daar liep ik ook tegen aan!”
En die kleuren? “Ik was met vriendin Merian van de Bovenkamp bij een kleurendeskundige. Dan zit je daar voor zo’n spiegel en krijg je allerlei kleuren sjaals om, en toen deze kleuren langs kwamen, toen zeiden we “Wow! Die kleuren haalden me helemaal op! Sindsdien draag ik altijd felle kleuren, hoort bij mijn type, ik ben een wintertype!”

Stapje voor stapje

Hetty Blaauw. Achter in de zeventig, Senverlid sinds 2013, Echtgenoot was hoofd van diverse scholen in Hilversum, overleed in 1998. Zonen waren het huis al uit, tweelingdochters stonden voor het eindexamen. Een, zachtgezegd, lastige tijd. “Ik wist dat ik nu mijn eigen vriendenkring moest maken en dat heb ik ook gedaan, met hulp van Merian. Ik ging op fiets- en wandelvakantie: zo maak je nieuwe vrienden. Dat ging niet in één keer, hoor, dat ging stapje voor stapje.”
Dit gesprek vindt plaats in de week van de eenzaamheid, maar Hetty telt haar zegeningen. “De overburen houden me in de gaten: als de gordijnen te lang dicht zijn, bellen ze me. De andere buren vragen steeds of ze iets voor me kunnen doen. Bertine van Senver zag eens dat ik niet lekker in mijn vel zat, dat vertelde ze aan Helmi Duijvesteijn en die nodigde me uit voor een concert. Dat is toch fantastisch? Ik heb enige tijd een jongerengroep van het Apostolisch Genootschap geleid, en sommigen van hen komen nog steeds regelmatig bij me. Dan praten we over alles wat hen bezighoudt. En ik heb natuurlijk mijn kinderen en kleinkinderen. Laatst was de oudste kleinzoon op schoolkamp geweest. Zeiden zijn broers tegen me: ‘Oma, we hebben hem wel gemist hoor!’ Toen zei ik: ‘Hebben jullie dat wel aan hem gezègd?” En de oudste zei: “Dat weet ik allang, oma!”
En aandacht geeft ze. Krijgt er ook veel voor terug. In corona-tijd had Ineke van de Rotte gevraagd of zij ouderen-zonder-internet (en dus zonder Oppepper) zou willen bellen voor een praatje. “Zo ben ik onder meer in contact gekomen met een vrouw die haar zoon, schoondochter en kleinzoon was verloren bij de ramp met de MH17. Die vrouw vertelde dat burgemeester Broertjes zo aardig was, daar had ze veel steun aan gehad. Nou, dat zijn geweldige gesprekken, dat krijg je dan zomaar!”
Haar biologische leeftijd is 75plus. De jaren hebben aan haar gezondheid geknabbeld, en haar opgezadeld met ongemak. Ze kan steeds minder, maar ze wil niet zeuren, “Ik vertik het een chagrijnig mens te worden. Weet je, als ik iets niet kan, kijk ik gewoon naar wat ik nog wel kan. Als ik zó leef, leef ik plezierig Niet dat het altijd makkelijk gaat hoor. Het is soms echt een worsteling. Een WORSTELING”. Ze zegt het bijna in hoofdletters. “Ik kan niet meer goed fietsen, oog-hand-coördinatie gaat niet meer goed, dus ik probeer zin te geven aan wat ik nog wél kan!”

Kinderjaren

Geboren in Steenwijk. Ouders die hun kinderen een aandachtsvolle jeugd gaven: “We deden veel samen. We wandelden, fietsten. Sámen!”
HBS-B. Twee meisjes in die klas, de rest jongens. “Ik hield van natuurkunde, algebra, goniometrie, en biologie. Stereometrie en scheikunde vond ik moeilijk, daardoor bleef ik zitten in de vierde klas.” Ze lacht ineens stralend: “Dat jaar werd een fantastisch jaar: ik was voorzitter van het schoolbestuur, de enige vrouwelijke voorzitter van het noorden. Ik deed met alles mee, veel feesten. Echt een onvergetelijk jaar.”
Beroepskeuze. Lastig. Onderwijzeres? Mwah. Bibliothecaresse? “Ja, ik las graag en veel, maar een van de meisjes van HBS A., wilde ook bibliothecaresse worden en ik vond dat zo’n saai meisje.” Het werd uiteindelijk medisch analist. Er volgenden opleidingen in Zwolle, in Meppel, en werkadressen in o.a. Arnhem. Ja, en toen kwam Amor in haar leven in de gedaante van dienstplichtig militair Bert Blaauw.

Na het huwelijk

“Bert woonde in Hilversum, maar moest in Steenwijk in dienst. Hij kwam uit een apostolische gezin. Wij waren een apostolisch gezin. Bert zocht een adres waar hij als dienstplichtige naar toe kon als er een vrije avond was”. En zo geschiedde. Later begonnen de vlinders in Hetty’s buik te fladderen en na een paar jaar zeiden ze volmondig “Ja” tegen elkaar. De jonge onderwijzer Blaauw en de laborante in het RKZ trouwden, kregen woonruimte in Soest bij een aardige hospita; de ‘kamers met gebruik van keuken’ verruilden ze later voor een flat, en nog later voor een huis. “Dit huis”. Er waren inmiddels twee zonen geboren en als cadeautje: een meisjestweeling.
Hetty kon blijven werken, zelfs op haar voorwaarden. Met veel plezier. Tot haar pensioen in 2006. En wat heeft ze er veel naast gedaan. Een meisjeskoor begeleid, voorgelezen, lid geworden van SENVER in 2013. Voor Senver organisatorisch werk verricht. “En ik bridge nog eens per week.”

Verhalen

Corona. Huisarrest. Wat nu. Typisch Hetty: kijken wat wél kon! Ik keek mijn kamer rond en dacht: elk voorwerp heeft zo zijn eigen verhaal. Kijk die clown bijvoorbeeld. Mijn man was onderwijzer en kreeg van de leerlingen cadeautjes op zijn verjaardag: after-shave, sigaretten, chocola. Maar ooit hadden de kinderen bedacht: we halen geld op en kopen dan één mooi ding voor meester Blaauw. Dat werd deze clown. Die hangt altijd pontificaal in huis. Altijd.”

Ze vertelt het verhaal van het fruitmesje, van de klok: “Al die verhalen heb ik opgeschreven. Die liggen dáár….” Ze wijst vaag een bepaalde richting uit. Foto’s? ja, ergens in de computer. Boekje? “Daar moeten mijn kinderen zelf maar voor zorgen. Ik heb op televisie mijn verhaal verteld, dit verhaal, en dat is genoeg.”.


Over Reny Knook, vervolg Oppepper van 24 september

“Ja! Zevenentwintig. Ik heb ze voor 2 oktober uitgenodigd.  Weet je, je ziet elkaar alleen op uitvaarten. Dan praat je niet zo uitgebreid met elkaar. Dus komen ze nu bij mij. Zomaar. Geen partners, geen kinderen, alleen de pure  Knookjes. Anders is het niet te doen!”

Zevenentwintig neven en nichten?

“Mijn ouders hadden acht kinderen. Mijn moeder overleed toen ik acht was, en vader hertrouwde. Toen kwamen er nog drie kinderen bij. Nou, reken maar uit. Men trouwt, krijgt kinderen en dan heb je al gauw heel veel neven en nichten.”

Tuin

Achtertuin. Een verrassende tuin vol hoogtes, muurtjes, vaste planten. Een bijzondere roos, een wonderlijke rododendron, een pas-verplaatste hortensia. Een beelden. Eigen beelden, gekregen beelden.  “Ik ben lid geworden van de SENVERtuinclub, die Helmi Duijvestein organiseerde. We plannen de bezoeken zelf, bekijken elkaars tuin en delen zaadjes en stekjes. Je moet zorgen dat jouw tuin past bij je huis, kijk, naar wat jouw tuin verrijkt. Als ik in Amsterdam loop, word ik helemaal gelukkig van de creativiteit van mensen: tuinen in dakgoten, bijvoorbeeld”.

Vroeger

 “Ik ben geboren in Winterswijk. Vader was meubelmaker, had een fabriek. Wij speelden dus op stapels boomstammen, daar klommen we op. We waren altijd buiten.”

De kleine Reny was een droomstertje. En een poppenkind. “Van mijn peettante kreeg ik stofjes, lapjes, en daar maakte ik dan kleertjes van. Met mijn pop wandelde ik urenlang; niemand maakte zich daar zorgen over. Als ik maar op tijd thuis was met eten.”

De kinderen Knook waren dol op zingen. “Dat konden we echt goed. Er waren zelfs mensen die vonden dat mijn zus en ik naar het conservatorium moesten. We zongen vooral tijdens de afwas. Zie je dat servies daar? Ouderlijk huis. Puntgaaf. En dat, terwijl wij de bordjes en de kopjes echt niet zachtzinnig behandelden. We sloegen er soms de maat op, met de afwasborstel, als we over de reebruine ogen van de Selvera’s zongen. Later heb ik nog een tijd bij een koor gezongen.”

Kinderverzorgster

“Ik wilde kinderverzorgster worden. Daarvoor moest ik naar Arnhem. Via de nonnen van het internaat kwam ik terecht bij een leuk gezin in de schilderwijk. Het was een kostelijke tijd.”

Na Arnhem volgen Zwolle, Breda, Nijmegen, Enschede, Bussum. Steeds meer diploma’s van kinderverzorgster tot verpleegkundige tot kraamverzorgster. Internaten en hospita’s.. In Bussum ontmoette Reny haar man,  grafisch ontwerper bij de televisie. Het was de tijd dat de televisie in opkomst was, een pionierstijd. Ze ontmoette interessante mensen, onder meer mevrouw Luns, de tante van…! Ze trouwde, het stel kreeg een flat, en dochter Christine en zoon Marc werden geboren. Kort daarna konden ze het huis kopen, waar ze nu nog steeds woont.

Maar het liefdespad was hobbelig, kronkelig, vol gaten en valkuilen! Een donkere tijd. Werd ze toen lid van de Hilversumse Roeivereniging Cornelis Tromp? Zij? Een meisje van de zandgronden? “Ik had niks met water, maar het werd fantastisch. We maakten veel tochten in Nederland, maar ook in Duitsland. Ik kreeg heel goede vrienden, en samen met anderen hebben we een mooi jubileumboek gemaakt.”

Werk

Ja, gewerkt heeft ze ook. Verpleegkundige. Vaak nachtdiensten. Maar ja, wat gebeurt er, je gaat met pensioen. Je hebt wel taart, maar een kersje erop is prettig, toch?  En dat vond ze bij de Schippertjes, een gezin met drie kinderen: “Ik paste twee á drie dagen per week op, van half 8 tot 5. Een meisje van vier, een jongetje van twee en een baby van een paar maanden. Ik gaf de baby de fles, bracht het jongetje naar de peuterspeelzaal, het meisje naar de kleuterschool, en wandelde veel naar de kinderboerderij. Ik zorgde ervoor dat er avondeten was en heb met het fantasierijke kereltje heel veel imaginaire kopjes thee gedronken in de zandbak. Ik was er minstens tien jaar heel gelukkig, van ongeveer mijn zestigste tot zeventigste. De Schippertjes zijn me zo dierbaar geworden, ze beschouwen mij nu nog als familie. We zijn echt vrienden voor het leven.”

Senver

“Senver is erg belangrijk voor me: de muziekmiddagen van Claire Verlinden, de poëziemiddagen van Ko van de Bovenkamp! En ik ga dikwijls mee met de fietstochten, ja, op een elektrische fiets. Heel verrijkend allemaal.”

Vind je het leuk om je verhaal te vertellen? Laat het weten aan oppepper@senver.nl


Karin over het AVRO-gebouw, vervolg van 11 september

Daar waren studio 8 en 9. Daar werden de opnames gemaakt met de diverse radio-orkesten. En er werden de grotere radioprogramma’s gemaakt. Ik herinner me bijvoorbeeld “Dag met een Gaatje”, waar we een Indisch tintje aan hadden gegeven door twee uur lang Indische onderwerpen te bespreken. De studio was voor die gelegenheid omgebouwd tot Pasar, compleet met roosters voor de saté. Dat gebouw wordt theater, wat ik persoonlijk erg leuk vind. Daar gebeurt de hele zaterdag en de hele zondag van alles. Heel veel artiesten treden er op. Hun namen zeggen me op dit moment niets, maar dat gaat veranderen.


Vervolg van de Oppepper van 28 augustus

Leo en Willy zijn geboren Hilversummers. Daarom weten zij ook vrijwel altijd een antwoord op de fotopuzzel in de Oppepper. Ze weten om wat voor object het gaat, kennen vaak het achtergrondverhaal. “Vooral als iemand iets beweert over een bepaald pand, dat pertinent onwaar is, ga ik de discussie aan”, zegt Leo strijdlustig.

Senver

Ze zijn een paar jaar geleden aan de Julianalaan komen wonen. Hun huis aan de Neuweg werd te bewerkelijk; ze werden, zoals ze zelf zeggen, krakkemikkig, en wilden graag een traploos appartement. Dit oude KRO-kantoor was inmiddels omgebouwd tot appartementencomplex en het wonen bevalt ze prima. Al kostte het wel een beetje moeite hun prachtige huis aan de Neuweg, waar ze ruim vijftig jaar heerlijk woonden, te verlaten. “Gelukkig hebben we de foto’s nog!”
Ze werden wat krakkemikkig, zoals gezegd, en gingen niet meer zoveel op stap. SENVER was zo’n beetje de “redder in nood”, want de uitstapjes met SENVER zijn altijd interessant en leuk. (Onlangs, op vrijdag 12 augustus) gingen ze mee naar het Waterloopbos, samen met de buurtjes Lenferink, ook SENVERlid)

Achtergrond

De verhalen fladderen als vlinders boven bloemen. Dat Leo uit een gezin kom van acht kinderen, en Willy uit een van vijf. Dat Willy naar de Annaschool ging (“Er was toen ook een B-school voor minder draagkrachtige mensen”) en Leo op de Aloysiusschool (“wij liepen van de Elzenlaan waar we woonden, naar de Schapenkamp: drie kwartier heen, drie kwartier terug”) Beiden zijn in het toenmalige RKZ geboren. Willy twijfelt. “Jij wel”, zegt ze tegen Leo, “maar ik ben thuis geboren. Of niet?” Leo beslist: “In die tijd werd je altijd in het ziekenhuis geboren.”
Hij vertelt over zijn vader die al bijna veertig was toen hij de achttienjarige liefde van zijn leven ontmoette! Ze vertellen over hun ouderlijke huizen, dat je met al je broers op één kamer sliep, en dat de zussen ook op één kamer sliepen. Ze herinneren zich oorlogssituaties, putten in de voortuin, buurman die in een jurk van zijn vrouw op de fiets naar Zwolle ging om eten te halen. Dat Willy’s vader handelsagent was, en lekkere dingen bracht naar zaken als Eicholz, ja, op de ’s Gravelandsche weg…”en weet je nog, de familie Greve, die hadden een meubelzaak, daar kochten we onze eerste bank. “En we luisterden altijd naar de radio. Hoorspelen: Paul Vlaanderen, Sprong in het heelal! De Bonte Dinsdagavondtrein”, ”Oh nee, daar mochten we niet naar luisteren, dat was van de AVRO en wij waren van de KRO..rare tijd hè.”

Kennismaken

Hij: “Om allerlei redenen wilde ik naar het gymnasium in Amersfoort”
Zij: “ ik wilde naar de MMS in Amersfoort. Met een vriendinnetje. We moesten met de trein en de trein was mijn vrijheid. Als ik nu eens even uitwilde en dus te laat thuis kwam, kon ik altijd zeggen: ‘tja, de trein hè, altijd vertraging’” Ze schatert het uit.
En toen werd het december 1961. Het was winter. Willy had Schoevers afgerond, en Leo Nijenrode. Willy had geschaatst en wilde in Laren nog een stukje vrolijkheid aan de dag breien. In de Boerenhofstede. Leo had met zijn Deux Chevauxtje en twee jaargenoten een trouwerij in Katwijk meegemaakt, en wilde ook nog geen eind aan de dag maken. Zij streken neer in de Boerenhofstede! Ja, en toen ontmoetten ze elkaar echt….oog in oog stonden ze….”we kenden elkaar al van het station, maar ja, hij was zo verlegen, hij durfde mij niet aan te spreken, maar dat vond ik wel leuk hoor, hij was ook heel attent, hij vroeg of hij mijn jas mocht aanpakken om op te hangen!!!!”…Willy is weer dat meisje van toen, in december 1961…
Ze trouwden voor de wet in 1963 (volgend jaar dus groot feest!) en op 4.4.1964 voor de kerk. “Toen mocht ik niet meer werken, maar dat vond ik helemaal niet erg. Ik heb allemaal leuke dingen gedaan. Met vriendinnen koffie gedronken. Naar mijn ouders, naar zijn ouders. Hartstikke leuke tijd.”

Later

Eerste huis aan de Gerard Doulaan. “Daar ontdekte ik dat ik heel handig ben in dingen verbouwen”, zegt Leo. Toen brak een zwerfperiode aan: huisje hier, huisje daar! Uiteindelijk kochten ze het huis aan de Neuweg. “Daar zijn onze kinderen geboren, één jongen en twee meisjes. En nu hebben we vijf kleinkinderen: allemaal meisjes”.
Leo heeft net als zijn vader altijd in de handel gewerkt, maar daarnaast deden ze ook nog veel. Hij o.a. voor de hockeyclub Be Fair: “Ik heb 62 jaar gehockeyd en veel functies gehad in het bestuur”, en andere goede doelen, en samen zongen ze bij het koor van de Clemenskerk.
“Ja, we hebben veel samen gedaan”. Ze glunderen. “We hebben ook al een kist besteld, die zo groot moet zijn, dat we er samen inpassen. Grapje hoor!”
Tenslotte: de familiefoto. “Dat is Marc, onze oudste. Dat is de jongste Leontine, en Eugenie is de oudste dochter. Dat zijn onze vijf kleindochters. Dat is toch rijkdom!”
Als Leo me naar de uitgang brengt: “ik heb een nieuwe heup, een nieuwe knie, maar ik wil geen nieuwe vrouw”.


Interview met Eugène Mennen

Interview uit de Oppepper van 14 augustus.
Eerlijk gezegd is hij nog geen Senver-lid, maar hij runt wel het Theater Kleintje Kunst, waar zoveel Senver-leden plezier aan beleven. Nou, vooruit, een uitzondering dan. Het podium is voor: Eugène Mennen.

Actualiteit

Theater Pleintje Kunst: “Door Corona ontstaan. Er kunnen 49 mensen in de zaal, maar dat mocht toen niet. In de zomer zette ik hier een podium neer, stoeltjes op anderhalve meter afstand (buiten mocht dat wèl) . Dat werkte en is dus gebleven.”

14 augustus Philip Elan!  14.30 uur. Frans programma! “Dat gebeurt dan toch maar hier. Dat is toch geluk? Ik zei vanmorgen nog aan mijn zoon: “Ik heb nooit kapitaal nagestreefd, maar Geluk! Ken je dat van Buthan? Geen Bruto Nationaal Product, maar Bruto Nationaal Geluk”.

Begin

Gezin met zeven kinderen. “Ik was de jongste. Moeder gaf pianoles. Vader ook en was daarnaast koordirigent van diverse koren, o.a. van het koor van de Clemenskerk, ja, die kerk, die nu een trampolinehal is! Ik was zes jaar. Mijn moeder zei: “Zal ik jou eens nootjes leren, Eugène?” Na een jaar had ze daar geen tijd meer voor en nam mijn vader het over. Dat was een ramp. Mijn vader vond dat ik nooit iets goeds deed”
Hij ziet mijn geschokte blik. “Oh nee, daar ben ik allang overheen. Ik dacht al heel jong: wie ben ik, wat doe ik hier. Iedereen geeft je iets mee, je ouders, leraren, vrienden. Dus je moet goed zelfonderzoek doen om te weten wie je bent. Dat is soms verdomd pijnlijk, maar kijk, tussen al die leefregels door, ontstaat dan toch maar KLEINTJE KUNST”
Eugène hoopte dat de beroepskeuze-adviseur zou zeggen: “Word acteur.” Maar die zei: “Leraar of Psycholoog”. Maar hij wilde altijd al toneelspelen. Eerste rol in de zesde klas van de lagere school. Op de MULO schreef hij toneelstukken. Was vanaf zijn vijfde (“Toen ik nog niet kon zingen”) tot zijn vijftiende (“toen hij niet meer kon zingen”) koorknaap. Wilde naar de toneelacademie maar met een MULOdiploma kon dat op dat moment niet meer.
Er moest brood op de plank, dus; aan het werk. ’s Avonds naar de Kunstacademie om interieurarchitect te worden (“Ik kon ook aardig tekenen”), daarna bouwkunde en architectuur. In de vrije uren maakte hij, in opdracht, aquarellen van grote villa’s en schreef liedjes, tekst en muziek. Hij vormde cabaretjes en schreef een gedichtenbundel. In eigen beheer uitgegeven. Hij draagt er een paar voor. Gedichtjes met een lach. “Toen mijn moeder was overleden, heb ik een gedicht voor haar gemaakt. Dat heb ik mijn zoon laten voorlezen tijdens de afscheidsceremonie”. Hij zoekt op zijn telefoon. “Hier is het. Wil jij het lezen? Als ik het zelf voorlees, hou ik het niet droog.”

Theater Kleintje Kunst

“Ik regisseerde een stuk bij de Toneelgroep Kunst en Genoegen. De repetitieruimte was hier, Kolhornseweg 9. Het bestuur van K&G wilde stoppen, maar ik wilde die ruimte behouden om er een theater van te maken. Dus ik krabbelde een perspectief op een kassabonnetje”.
De rest is historie. Van de leden kreeg hij “het voordeel van de twijfel”, van de RABObank een renteloze lening, hulptroepen timmerden, zaagden en schilderden, zes maanden! “En toen gebeurden er veel wonderen, ik noem er één! De theaterstoelen! Ik was bij een opkoper, zag alleen ouwe meuk, tot……ik in de hoek prachtige stoelen zag: Dudokfauteuils. Uit de Stadsschouwburg van Utrecht, waar ik veel heb gespeeld/geregisseerd. Die móest ik hebben. Geweldig voor het theater en Dudok terug naar Hilversum! Dat is toch een wonder!”
December 2007. Wethouder van cultuur, Erik Boog, opent het Theater Kleintje Kunst officieel.
Trots: “We krijgen geen subsidie, bedruipen onszelf. Kaartverkoop en, natuurlijk, de “vrienden van Kleintje Kunst”. Tegenwoordig heten ze “familieleden van Kleintje Kunst”
Veel artiesten vragen tegenwoordig zelf of ze hier mogen optreden. Ik kan niet betalen wat andere theaters doen, maar ze komen. En niet de minste, hè: Gijs Scholten van Asschat, Debby Petter, Philip Elan, om er maar een paar te noemen.

Toekomst

“In december vieren we ons derde lustrum. Ik werk er hard aan, doe alles zelf, bijna alles! De bar en het onderhoud doen we met een groepje zéér loyale vrijwilligers, dat is een hechte vriendengroep geworden. Ik maak de affiches/flyers, breng ze ook rond. De flyers gooien we niet door de brievenbus, nee, we bellen aan, tring, maken praatje: goedenavond, gaat u wel eens naar het theater, kent u Kleintje Kunst.”
“En waarom ik er zo hard aan werk? Omdat dit het mooiste van mijn leven is. Toneel zit in mijn bloed en als je op het eind van de rit dit mag doen (brede armzwaai)….hoe gelukkig kan een mens zijn…?”

Reserveer: theaterkk@gmail.com Entree € 18,-


Interviews van Karin van Hoorn

Vervolg van de Oppepper van 31 juli.

Karin op een Italiaans terras

mocht ik meedoen met de Oppepper, met nog een aantal redacteuren/senioren. Maar er was wel een maar! Ik wilde niet stressen!

“Geen stress”, zei ik tegen Ineke. “Ik heb jarenlang bij de AVRO met deadlines moeten werken, jarenlang bij het Weekblad Wijdemeren met deadlines, nu nog steeds bij het parochieblad KANnieuws van de parochies in Kortenhoef, Ankeveen en Nederhorst den Berg. “Ik wil geen stress”.

Wie ben ik

Ik ben Karin van Hoorn – de Vries.  Kortgeleden ben ik voor de eerste keer getest voor verlenging van mijn rijbewijs. Reken maar uit hoe oud ik dan ben. Ik ben een Papoea, want geboren in Biak, Nieuw Guinea. Nieuw Guinea was toen nog Nederlands Grondgebied. Ons gezin werd verdreven uit Indonesië, zo voelden mijn ouders dat. Indonesië was immers het land waar zij geboren waren, waar ze groot werden. We reisden van Indonesië naar Nederland, van Nederland naar Italië, van Italië terug naar Nederland. Elke klas van de Lagere School maakte ik mee in een ander land, een andere stad. Steeds weer afscheid nemen en nieuwe contacten maken. Daar heb ik last van. Ik hou van stabiliteit.

Van Biak naar Bandung en verder

Achter me liggen twee Philipsjaren en 38 AVROjaren. Heel wat secretariaatswerkzaamheden, maar ook programmatische. Heel wat cursussen in Studio Santbergen, veel onder leiding van Herman Broekhuizen.

Herman was een leraar om nooit te vergeten, maar ik herinner me meer onderwijzers en leraren. Juffrouw Floor van de eerste klas van de lagere school, in Bandung. Ik herinner me eigenlijk alleen maar het moment dat ze zei dat ze ziek was en niet meer op school kon komen. Wat een verdriet. Signora Pane, in Turijn, die me leerde wat “jas” was, in het Italiaans, en “haar”. Cappotto. Capelli. En mijn allerliefste leraar van de HBS, de heer Lenfering, Boekhouden en Handelsrekenen. Helaas zakte ik in 1965 op juist die vakken. Gelukkig heeft Senver aardige mensen die mij elk jaar weer helpen bij het invullen van mijn belastingformulieren.

Bel als een brul

Ik woonde op kamers, van 1966 – 1972. In 1972 kocht ik mijn eerste huis, in de Havendwarsstraat in Hilversum. Mijn oprijlaan was 1 meter, grint, en mijn landgoed werd afgebakend door een wit hekje en twee stenen muurtjes met cementen leeuwtjes erop. Ik droomde van een bel als een brul, maar niemand kon me daaraan helpen. Dat is een eeuwigdurend verlangen! Daarna kwam een huis aan de Cruquiusstraat en nu woon ik alweer dertig jaar aan de Zuidsingel in Kortenhoef. Mijn man is overleden, met onze drie kinderen (twee stief, één eigen)  heb ik een liefdevol contact. Ik heb vrienden en vriendinnen vanaf de lagere school en geniet van alles wat ik nog kan doen omdat ik gezond ben. Thanks to life! Zo geniet ik ook van de “werkzaamheden” bij Senver: de uitjes tijdens de Zomerschool, de Oppepper en de contacten met de leden….hoe leuk is je leven met zoveel levendige mensen!!!!

7 thoughts on “Senver-leden in Beeld

  1. De Vioolkist.
    Vandaag dacht ik al lezend over o.a. het Avrogebouw, aan mijn eigen ervaringen van regelmatige aanwezigheid in de diverse kleine studio’s om mijn radioprogramma’s te monteren, De kantine waar orkestleden hun kopje koffie zaten te drinken, terwijl ze soms zaten te schaken. Ik weet ook nog dat die grote aparte studio werd gebouwd. Bezocht ook enkele repetities van waarschijnlijk het Metropole-orkest waar ik bij mocht zijn en de bijzondere acoustiek in die Vioolkist. Ik was erg onder de indruk.

  2. Helaas ben ik geen omroepvrouw,maar een leuk verhaal en zeker leuk om verhalen te lezen die nog komen.

    1. Goedemorgen,
      Hartelijk dank voor uw positieve reactie. Ik hoop veel leuke verhalen te mogen opschrijven. U hebt vast ook een leuk verhaal. Ik hoor graag van u.

      hartelijke groet,
      Karin

  3. Leuk verhaal. Ik ben benieuwd hoeveel omroepvrouwen er bij Senver “rondlopen”. Zelf heb ik mijn hele leven bij KRO televisie
    gewerkt o.a. De Ver van mijn bedshow, en heb ook veel gereisd
    voor diverse programma’s.
    In 1998 zijn mijn man en ik naar Zuid Frankrijk vertrokken en
    hebben twintig jaar op een oud wijndomein gewoond, waar we van alles organiseerden.
    Nu wonen we in Baarn.
    Misschien leuk om een keer een reunie met omroepvrouwen te
    organiseren ? Mannen mogen natuurlijk ook !
    Veel succes met het schrijven,

    1. Dag mevrouw Lubberts Palstra,
      dank voor uw spannende reactie, maar u begrijpt dat ik nu ook heel nieuwsgierig ben geworden naar úw verhaal. Misschien ook leuk voor de Oppepper?!!!
      kunnen we meteen polsen hoeveel omroepmensen er lid zijn van Senver en hoe groot de belangstelling voor een reünie is.
      Ik hoor graag van u.
      Hartelijke groet,
      Karin

  4. Lezers van Senver gefeliciteerd met Karin. Zij is een vriendin van een vriendin en ik herkende natuurlijk haar foto. Nu heb ik al genoten van haar ‘wie ben ik’ verhaal. Het belooft veel goeds voor ons.

    1. Dag Elly, eigenlijk voelde het onbescheiden te reageren op jouw positieve reactie. Maar nu is het weer onbeleefd niet te hebben gereageerd. Dus, alsnog: dank je wel. jouw reactie was nou echt, wat je noemt, een oppepper!
      Hartelijke groet,
      Karin

Comments are closed.