De kleine ijstijd…

Onze gids had zich ingelezen. Ja, er waren vele ijstijden, en een beetje ijstijd duurde miljoenen jaren. Het is toch niet voor te stellen? Miljoenen jaren ijs, ijskappen, sneeuw, lage temperaturen.  Overal gletsjers. Geen zee meer, maar ijs.  IJsschotsen. Kruiend ijs. En geen oliekachels, geen Friese doorlopers…

“De zogenoemde Kleine IJstijd”, vertelde de gids terwijl hij ons dichtbij elkaar groepeerde, “De kleine ijstijd begon zo ongeveer halverwege de vijftiende eeuw en duurde tot halverwege de negentiende eeuw. Er zou een koudegolf geweest zijn van december 1586 tot en met september 1587. In die tijd waren de winters sneeuwiger en ijziger dan ooit. Gelukkig dat er toen ook al veel werd geboekstaafd, anders hadden we nooit kunnen weten dat het laatste deel van de zestiende eeuw de koudste periode van de afgelopen duizend jaar was”.

Een hartverwarmende gids. Het ijs op de schilderijen smolt onder zijn woorden.

“En dan is daar de schilder Avercamp (1585-1634) (hij was doofstom en werd “de stomme van Kampen” genoemd). Die heeft dus gewoon de Kleine IJstijd meegemaakt! Geen wonder dat hij graag winterlandschappen schilderde, met schaatsende mensen, sneeuwpoppen en ander wintervermaak. Zou hij ook de desolate toestand hebben geschilderd van mensen die doodgevroren waren, of met al hun kleren aan wachtten tot de dooi intrad? Hij niet. Hendrick schilderde mooie winterlandschappen en vrolijke winterpret!

Er zijn natuurlijk meer schilders die zich bezig hielden met ijs en sneeuw, maar Hendrick Avercamp is wel de eerste!  Zijn schilderijen zijn nog altijd te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam, Mauritshuis in Den Haag, Museum de Fundatie, in Zwolle, het Stedelijk Museum Kampen en dan ook nog overal in het buitenland. En ja, toch wel bijzonder. Zeker als het buiten veertig graden is en binnen ook zoiets…dan brengt zo’n Avercampje echt wel verkoeling. Aangename verkoeling.

Karin van Hoorn