Oranjebomen, Oppepper 7 mei ’23

Ter gelegenheid van belangrijke gebeurtenissen in het leven van leden van de koninklijke familie, zoals geboorten, kroning of huwelijk worden tot op de dag van vandaag Oranjebomen geplant. Ook in Hilversum zijn Oranjebomen geplant. Bij de geboorte van prinses Juliana – op 30 april 1909 – wilde de vereniging Bloemenkwartier al een Julianaboom planten. Omdat het bestuur geen goede plek kon vinden en omdat er onvoldoende geld in kas was, bleef dat bij een wens. Begin 1913 werd het idee weer opgepakt. De vereniging vroeg het college van B en W om op 30 april een Julianaboom te mogen planten op de hoek van de Bosdrift en de Hilvertsweg, bij waar nu het badhuis staat aan de Meidoornstraat. Bloemenkwartier stelde voor dit doel 25 gulden beschikbaar. De gemeenteraad besloot om op de gewenste plek een plantsoen aan te leggen, met plaats voor een boom en een steen. De raad stelde na heel wat gediscussieer 135 gulden beschikbaar voor de aanleg van het 40 m2 grote plantsoen inclusief het planten van een lindeboom en een gedenksteen. De lindeboom was al wat eerder geplant en om half 11 op 30 april 1913 werd de gedenksteen in het plantsoentje rond de Julianaboom onthuld.
De plechtigheid werd door een groot publiek bijgewoond en er was ook nog een concert bij de Julianaboom. Omdat de lindeboom het niet naar behoren deed werd er al na twee jaar een nieuw exemplaar geplant. Het opschrift van de steen, die van de Loosdrechtse heide afkomstig zou zijn, luidde: Julianaboom, geplaatst 1913, vereniging Bloemenkwartier.

In 1936 werd er voor de 26-jarige prinses Juliana een echtgenoot gevonden, waarmee de troonopvolging was veiliggesteld. De verloving van het stel (op 8 september 1936) ging ook in Hilversum niet onopgemerkt voorbij. Rondom de feestelijkheden ontstond het idee een Prins Bernardboom te planten bij de reeds bestaande Julianaboom in het plantsoen tegenover het badhuis (maar dan aan de andere kant van het voetpad). Kort daarop vroeg het comité Juliana-linde, dat was begonnen met collecteren met lijsten en bussen, bij de gemeente vergunning voor het planten van een Prins Bernardboom. Op de huwelijksdag van prinses Juliana (donderdag 7 januari 1937) was het dan zover. Ook bij deze boom werd een kei geplaatst waarop waarschijnlijk geschreven stond: Prins Bernardboom, geplant januari 1937 Comité Julianaboom.
Algemene begraafplaats – Bosdrift 12, Oppepper 23 april ’23
Juist deze week in het nieuws i.v.m. de Hilversumse Architectuurprijs 2023, want hoewel de vakjury een andere keuze maakte, ging de publieksprijs naar de aula van deze begraafplaats. Deze begraafplaats is een rijksmonument.

In het kort:
Begraafplaats Bosdrift is een historische begraafplaats in Hilversum die in 1890 werd opgericht door de landschapsarchitect L.A. Springer. Het ontwerp van de begraafplaats was geïnspireerd op de Engelse tuinstijl, met kronkelende paden, groene gazons en een verscheidenheid aan bomen en planten. Het terrein omvat verschillende monumentale grafmonumenten en graven van bekende Nederlandse persoonlijkheden.

De ontwerper J.A. Springer ligt hier zelf ook begraven.
Voor wie een overzicht wilt zien van de begraven personen op Bosdrift, kan kijken in dit overzicht.
Sinds het aantreden van Anita van Loon als directeur van de uitvaartstichting Hilversum, biedt deze plaats ook (beperkt) natuurbegraafplaatsen aan.

Enkele historische gegevens:
Bron: ( https://rijksmonumenten.nl/monument/522719/algemene-begraafplaats-bosdrift/hilversum/)
BEGRAAFPLAATS, behorende tot het complex ‘Algemene begraafplaats Bosdrift’, in 1889 aangelegd naar het ontwerp van L.A. Springer in landschapsstijl en in 1912 uitgebreid naar het ontwerp van gemeentearchitect P. Andriessen, gesitueerd aan de noordwestzijde van de Bosdrift achter de begraafplaatsaula en erfscheiding, bereikbaar vanaf de zuidwestzijde en noordoostzijde door dubbele inrijhekken, ter weerszijden geflankeerd door enkele toegangshekken. De andere zijden van de begraafplaats worden afgescheiden door hagen en draadhekken.
Omschrijving
Begraafplaats, met de paden in de lengterichting aangelegd naar het noordwesten, oorspronkelijk in de as van de begraafplaatsaula, maar in 1912 naar het zuidwesten aanzienlijk uitgebreid. De graven liggen gerangschikt langs de gebogen paden met een vloeiend verloop, waardoor tussen de paden min of meer ovale en ellipsvormige grondpatronen ontstaan. Het beeld wordt met name bepaald door grote bomen en groepen van groenblijvende bomen op cruciale plaatsen, zoals bij de splitsing van paden of midden op een kruispunt van paden. Bijzondere boomsoorten zijn de zilveresdoorn en de vrij opgegroeide Thuya met unieke afmetingen. De beplanting betreft drie categorieën: groen blijvende coniferen en bladplanten; heesters, struikheesters, dekheesters en bloemstruiken en (gazon)bomen. Het beeld langs de gebogen paden wordt zodoende omzoomd door bomen, opgaand tussen en achter de rijen graven.
Waardering
De begraafplaats, hoofdonderdeel van het complex ‘Algemene begraafplaats Bosdrift’ is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische, alsmede typologische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een begraafplaats naar het ontwerp van L.A. Springer in landschapsstijl uit 1889, gesitueerd aan de noordwestzijde van de Bosdrift aan de rand van het centrum van Hilversum.
Actuele informatie:

Na de aanstelling van de huidige directeur Anita van Loon is hier veel gebeurd.
Zij heeft o.a. een boekje in 2021 uitgeven met de titel “Bosdrift leeft weer” .
Onderstaande tekst overgenomen van de bron ( https://www.nhnieuws.nl/nieuws/294583/begraafplaats-bosdrift-is-in-ere-hersteld-en-opent-haar-deuren-vanaf-17-november)
Vanaf 1963 werden er op de begraafplaats alleen nog maar bijzettingen gedaan. Door de decennia heen raakte het complex steeds meer in verval. In 2019 werd Anita van Loon directeur van Uitvaartstichting Hilversum. Ze wist het direct: met deze begraafplaats en het prachtige monumentale pand midden in Hilversum wil ik iets!
In volle glorie lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan op Bosdrift. Met respect voor het oorspronkelijke ontwerp van architect Leonard Springer is de begraafplaats weer in ere hersteld. Ook het pand, wat al tientallen jaren leeg stond, is gerenoveerd en weer in gebruik genomen. Hierbij zijn alle oorspronkelijke en door de tijd ontstane kenmerken zo veel mogelijk behouden. Ook het luiden van de oude bel tijdens begrafenissen komt weer terug.
“De ornamenten in de eerste klas wachtruimte zijn uiteraard gerenoveerd, maar we zijn veel verder gegaan om de oude details van het pand te bewaren”, vertelt Van Loon. “Op sommige stukken muur zit stucwerk, andere delen kijk je naar een ruwe muur. De oude vloer is behouden. Soms puur, soms met in het verleden geverfde delen. De tijdgeest van het pand hebben we op deze manier kunnen bewaren”.
In alles straalt Van Loon uit dat ze voelt op welke manier deze begraafplaats een plek in de maatschappij kan hebben: “In de zomer zitten mensen op een bankje en voelt Bosdrift aan als een stadspark. In de winter lopen de mensen er verloren bij. De oude tweede klas wachtruimte is daarom omgebouwd tot een rouwcafé, iets unieks in Nederland. Vrijwilligers bieden daar bezoekers van de begraafplaats een luisterend oor. En een gratis kopje koffie of thee. Het hoeft niet alleen maar over geld te gaan. Wij willen verbinden”.
Festina Lente – Eikbosserweg 5, Oppepper 16 april ’23

Het mooie huis en de prachtige boom aan de Eikbosserweg 5 maakten heel wat los onder de Senver leden. Er kwamen berichten van Liesbeth die er tot 35 jaar geleden heeft gewoond: “De foto van deze week is het huis waar mijn overleden man en ik 18 jaar hebben gewoond. Destijds stond het RKZ er nog. De zolderetage verhuurden wij aan 3 verpleegkundigen van het RKZ. Zij hadden hun eigen toilet, keuken en douche. Beneden verhuurden wij het aan de firma Sesam, uitgeverij van de Sesam encyclopedieën. Op de 1e etage woonden we zelf, zo konden wij uit de huur van de zolder en begane grond de hypotheek betalen. Het heeft een prachtig trappenhuis en het glas in lood in huis is geweldig mooi. Met veel plezier hebben wij er gewoond”.

“De eigenaren die het huis van ons kochten”, vertelt Liesbeth in een ander bericht, “hebben er wel 30 jaar gewoond en hebben er een naam voor bedacht. Toen wij het kochten van mevrouw Zoetelief, woonde de huishoudster in het kleine zijkamertje, het heeft ons heel veel moeite gekost haar eruit te krijgen. Als het goed is staat er in de garage een bord met de naam Zoetelief, vroedvrouw o.i.d.. Wij vonden dat dat bord bij het huis hoorde”.
Ook de volgende bewoners blijken lid van Senver. Anne-Jet meldt vanuit Friesland: “Een heerlijk huis waar we met onze kinderen 33 heerlijke jaren hebben doorgebracht. Ja, wij hebben de naam bedacht. ‘Festina Lente‘ betekent ‘haast u langzaam’. Die naam kwam ook omdat we wel een beetje gek werden van de langs scheurende brommertjes. We wonen nu sinds een paar jaar elders in Hilversum. Ja en het bord van mevrouw Zoetelief staat nog in de garage want ook wij vonden dat het bord bij het huis hoorde”.
De huidige bewoners blijken familie te zijn van Marion K. Zij stuurde een krantenberichtje mee.

En dan woont Willemien weer tegenover dit mooie huis. Dat Claire het dan ook goed had moge duidelijk zijn.
Cok stuurde mooie foto’s en van Bob kregen we de historische informatie: Het pand is uit 1912 en de eerste eigenaar was B. de Vries. Van deze opdrachtgever is verder niets bekend. Over wie de architect was is ook niets terug te vinden. Binnen in het huis zijn mooie kenmerken te vinden, zoals een binnendeur met glas in lood.



Witte Kruislaan 6, Oppepper 9 april ’23
Het gepleisterde gebouw met de smallere derde bouwlaag heeft opvallende jugendstil-details. Bij de villa is een landschappelijke siertuin met centraal een vijver van H. Copijn en een architectonische tuin van D.F. Tersteeg (circa 1920). Van 1946 tot 1952 was de villa als ‘Sanatorium Lommerrijk‘ in gebruik als een Bewarings-en verblijfskamp.
In 1948 was het Rijksinstituut tot Opleiding van Hogere Ambtenaren voor het Korps Rijkspolitie en de Gemeentepolitie.
In ca. 1970 is dit instituut verplaatst naar Arnhem. Er kwam vervolgens het Landelijk Selectiecentrum voor Politie (LSCP). Dit werd in 1999 opgeheven. Inmiddels zijn er in het pand appartementen gevestigd maar ook is er bedrijvigheid waar te nemen als je langs het pand rijdt.

Villa Ostwalt is vernoemd naar de eigenaar van de villa, de Amsterdamse zakenman Oswalt. Het pand is in 1898 ontworpen als een kubusvormig bouwwerk met risaliet (naar voor springend deel van de gevel), dat verhoogd is opgetrokken. De in 1898 in hoofdopzet symmetrisch ontworpen eclectische villa is gebouwd in Art Nouveaustijl met chalet-invloeden.
Lees hier verder over het monument Ostwalt in Hilversum.
Bij de oplossing van de puzzelfoto van 27 november 2022

Cok stuurde weer een mooie beschrijving en daar maken we dankbaar gebruik van.
Volksbond bouwvereniging Hilversum is opgericht op 25 februari 1907, de oudste en kleinste bouwvereniging in Hilversum. In 1957 kon de corporatie uiteindelijk haar tweede complex realiseren: 52 woningen aan de Stroeslaan en de Buisweg. Het eerste complex werd al in 1917 gebouwd.
Op internet las Cok (bewerking):
In 1917 zette de Volksbond bouwvereniging Hilversum 54 arbeiderswoningen neer aan de Larenseweg en de (nieuwe) Conradstraat, midden op de hei, halfweg Laren. De bouwplannen werden in 1914 goedgekeurd. Toen er 500 leden waren geworven die gezamenlijk tien procent van de bouwsom voor hun rekening namen, kon dit eerste bouwplan worden uitgevoerd. De rest van het geld werd van het Rijk geleend. De woningen, telkens twee of vier aan elkaar, kostten gemiddeld 2230 gulden. De verhuur ging niet van een leien dakje: voor nogal wat Hilversummers was een huur van 2,90 of 3,15 gulden per week te hoog gegrepen. Dat gold niet voor de diamantslijpers. Het merendeel van hen schaarde zich bovendien onder de banieren van de geheelonthoudersbonden, waarmee de Volksbondbouwvereniging nauwe banden had.
Pas in 1957 kon de corporatie haar tweede complex realiseren: 52 woningen aan de Stroeslaan en de Buisweg. Zeven jaar later werden, samen met de Omroepbouwvereniging, 72 flatwoningen aan de Banckertlaan gebouwd.
In 1961 ontstond een conflict tussen de Volksbondbouwvereniging en de huurders van de Larenseweg/Conradstraat. De bewoners voelden – uit angst voor een huurverhoging – niets voor een verbetering van het 44 jaar oude complex. Het bestuur trad af. Het nieuwe bestuur wist de huurders wel te overtuigen van de noodzaak van de renovatie. Die werd in 1965 uitgevoerd. Gangen, kamers, wc’s, keukens en overlopen werden grondig onder handen genomen. Ook kregen de bewoners badcellen.
Bij de oplossing van de puzzelfoto van 13 november 2022
Cok van Schaik stuurde een uitgebreide beschrijving bij de oplossing van de puzzelfoto van 13 november 2022
De afgebeelde ‘wandschildering’ is een keramisch wandkunstwerk (mozaïek) dat ‘de worsteling van aartsvader Jacob met God weergeeft, zoals die staat beschreven in de Bijbel (Genesis 32:25-31). In de worsteling stond Jacob oog in oog met de Engel en daarom gaf hij die plaats de naam Pniël (het Hebreeuwse woord voor ‘Aangezicht van God’) ontwerp: Pieter van Velzen / keramiek Jan Oosterman. Dit kunstwerk is te vinden boven de ingang van de Pniëlkerk aan de Van Ghentlaan. Toen deze kerk in 1958/1959 gebouwd werd stond deze solitair midden op de hei richting Zonnestaal. De bebouwing eromheen is van latere datum. Persoonlijke noot: vanaf mijn geboorte ben ik lid van de gemeente (Christelijke Gereformeerde Kerk Hilversum) die in dit gebouw samenkomt. Vóór 1960 kwam deze kerkelijke gemeente samen in het kerkgebouw aan de Zeedijk (foto) Aan de rechterzijde van dat gebouw is de achterzijde van het winkelpand van V&D (Kerkstraat) te zien. Later is dit kerkgebouw gesloopt ten faveure van de uitbreiding van V&D.

Saillant detail: Toen de Pniëlkerk in 1960 in gebruik werd genomen, waren niet alle leden enthousiast over het kunstwerk dat boven de ingang werd gesitueerd. In de 10 geboden in de Bijbel staat immers dat er geen afbeeldingen van God gemaakt mogen worden en dit beeld werd door hen gezien als een overtreding van dit gebod. De betreffende leden weigerden onder het beeld door de kerk te betreden en kozen ervoor om lid te worden van een andere kerk of via de ‘achterdeur’ het kerkgebouw te binnen te gaan.
In de ruim 60-jarige geschiedenis van dit gebouw zijn er verschillende renovaties geweest, waarvan de resultaten veelal binnen in het gebouw zichtbaar werden. De meest recente renovatie heeft in 2020/2021 plaatsgevonden. Het kerkgebouw werd op 11 juli 2021 weer in gebruik genomen. Op onderstaande foto’s is duidelijk te zien dat het interieur van de kerkzaal een totale metamorfose heeft ondergaan.
De kerkbanken hebben plaatsgemaakt voor stoelen en de inrichting in de lengterichting heeft een kwartslag gemaakt. Het liturgisch centrum is verplaatst van de smalle zijde (zuidwest) naar de brede zijde (noordwest). Ook de benedenverdieping is grondig verbouwd naar een meer eigentijdse gebruiksvorm; veel glas en licht. De moeite waard om het gebouw te bezichtigen, hetgeen tijdens Open Monumentendag ook ruimschoots gebeurd is.
Door de fusie met de Rehobothgemeente (Kleine Drift) heeft de kerkelijke gemeente – en het gebouw – een andere naam gekregen: Het Kompas. Hoewel de bushalte aangeduid blijft al ‘halte Pniëlkerk’? 😊

Het Dudok Architectuur Centrum (DAC) vermeldt op internet:
Pniëlkerk
1958-1960 / Cornelis Trappenburg
Van Ghentlaan 47, Hilversum
De Christelijk-Gereformeerde Pniëlkerk aan de Van Ghentlaan werd gebouwd naar een ontwerp van de Hilversumse architect Cornelis Trappenberg (1892-1978) en in 1960 in gebruik genomen. De kerk ligt prominent op de zichtas aan het einde van de Van Ghentlaan en is een exemplarisch voorbeeld van een kerk uit de Wederopbouwperiode. Het kerkgebouw met hiermee verbonden kosterswoning en de losstaande klokkentoren zijn in 2008 aangewezen als gemeentelijk monument.
Heidevelden
Ter vervanging van de kerk aan de Zeedijk, die te klein was geworden, kocht de Christelijk-Gereformeerde gemeente eind jaren vijftig een perceel aan de Van Ghentlaan voor de bouw van een nieuwe kerk. Het terrein bevond zich te midden van de heidevelden op een nog onbebouwd deel van Hilversum, ten zuiden van de Diependaalselaan. De omliggende bebouwing van de Staatslieden- en Zeeheldenbuurt kwam in de jaren daarna tot stand.
Wederopbouwstijl
Architect Trappenburg ontwierp een rechthoekige kerkgebouw in een typische wederopbouwstijl. Het gebouw werd opgetrokken in lichtbruine, schone baksteen en kreeg een flauw hellend zadeldak. Typerend is de betonnen omlijsting van de entree die ook terug te vinden was bij de hoge, uitkragende vensters in de zijgevel. De kosterswoning werd met een tussendeel verbonden met de kerk. Kenmerkend voor de bouwperiode is de vrijstaande klokkenstoel met één luidklok die bestaat uit een open constructie van betonnen staanders en dwarsbalken.
Cornelis Trappenburg
Trappenburg had een architectenbureau in Hilversum en ontwierp eerder de gereformeerde Noorder- en Oosterkerk in Hilversum. Een kerk verwant aan de Pniëlkerk is de voormalige Ontmoetingskerk aan de Minckelerstraat uit 1963. Vóór de Tweede Wereldoorlog bouwde hij villa’s en (woon)winkelhuizen in een zakelijke stijl verwant aan de Amsterdamse School en Dudok.
Kunstwerk
Boven de entree bevindt zich een keramisch mozaïek van Pieter van Velzen (1911-1990) en Jan Oosterman (1876-1963) uit 1961. De kubistische voorstelling betreft Jacob worstelt met de Engel, de scène uit het Oude Testament waar de naam Pniël naar verwijst.
Aanpassingen
In de jaren tachtig werden de vensterpartijen vernieuwd waarbij de kenmerkende roedeverdelingen verloren gingen. Trespaplaten werden over de betonnen lijsten aangebracht. In 1994 werd onder het bordes een fietsenkelder gebouwd. De kerk wordt thans opnieuw aangepast en verduurzaamd, met behoud van oorspronkelijke geveldetails.
De Zaaier, het bronzen beeld aan de voorgevel van de oude AVRO-studio
Wilco Meijer, ooit penningmeester bij de A.V.R.O. schreef het volgende:
De Zaaier… Wat ik van dat beeld weet, heb ik bijna allemaal opgenomen in de collectie Memorabilia van de AVRO (met enig zoeken te vinden op internet). Daar staat: De Zaaier is het bronzen beeld dat sinds 1951 aan de voorgevel van de oude AVRO-studio hangt. Drie meter lang, 1500 kilo zwaar, gemaakt door beeldhouwer Pieter Starreveld, door het bestuur in 1948 aangeboden bij het 25-jarig jubileum van de AVRO. Bij de vaststelling van het onderwerp is gedacht aan de Zuid-Afrikaanse naam voor het woord omroep. In Zuid-Afrika noemt men de omroep: de uitsaai korporasie. Het beeld is dus een aether-zaaier.
Het gedetailleerde antwoord dat Marian en Jaap (zie verderop, red.) geven, geeft veel details die ik niet kan verifiëren, maar ik kan mij best voorstellen dat het allemaal zo is gegaan. De auteur heeft waarschijnlijk bestuursnotulen kunnen inzien. Enkele kleine opmerkingen:
- Er is een relatie tussen het begrip aether-zaaier en de naam van de omroep in Zuid-Afrika, maar dat er enig financieel contact tussen die omroep en de AVRO zou zijn geweest, lijkt mij inderdaad een fabel.
- Het gewicht van 2000 kilo is nogal zwaar. Ik houd het op 1500 kilo. Zo staat het ook in een Radiobode-artikel van 9 december 1951.
En Marian en Jaap hadden dus nog meer informatie:
Het beeld bevindt zich aan de gevel van het vml. A.V.R.O. gebouw.
Ter gelegenheid van het 25 jarig jubileum ( in 1948 ) besloot het AVRO bestuur in overleg met architect Merkelbach (éen der architecten van het gebouw), beeldhouwer Starreveld aan te trekken voor een beeld aan de gevel van AVRO gebouw.
Starreveld maakte 4 ontwerpen gebaseerd op motieven uit de Griekse mythologie, zijn grote inspiratiebron, o.a. Pegasus(een gevleugeld paard)en een Muze ( een godin met harp). Directeur Willem Vogt kon zich niet vinden in de onderwerpkeuze en stelde voor een zaaier als voorbeeld te gebruiken. Een beeld van een etherzaaier.
Starreveld ontwierp 2 studies, beiden vrouwenfiguren. Merkelbach vond echter, dat de zaaier van het mannelijke geslacht diende te zijn. Daarin kon iedereen zich vinden.
Op 2 december 1951 werd het 3 meter hoge en 2000 kg. wegende beeld aan de gevel bevestigd.
Er gaat echter ook een verhaal rond, dat het beeld een jubileumgeschenk zou zijn van de Suid Afrikaanse Uitsaai Korporasi (S.A.U.K.), de Zuid-Afrikaanse omroep, maar dat is bij de AVRO altijd ontkend. Andere Hilversumse werken van Starreveld zijn:
- Sport en Spel (Binnentuin gymnasium Vaartweg), heeft ook nog gestaan bij het Sportpark en zwembad de Lieberg.
- Artemis,(de Vrouw met de 2 hertjes en sperwer) (Tennispark Ceintuurbaan)
- Jeugd, Vrede, Bescherming, Levenskracht.
De laatste twee zijn geschenken resp. t.g.v. het 25- en 40-jarig jubileum van de NSF.

Meer over architect Vixseboxse – Oppepper 10 juli ’22
Na de tweede Boerenoorlog vertrok het gezin, niet geheel vrijwillig terug naar Nederland. Hij ging wonen in de Koningstraat 56, en ontwierp voor zijn gezin het huis aan de J.H.B Koekkoekstraat 34. Daar woonde het gezin maar kort, want in 1907 vestigden ze zich weer in Kaapstad.
In de Hilversumse tijd ontwierp J.E.Vixseboxse dit mooie en bijzondere winkelpand. Met duidelijk wat Kaapse kenmerken, volgens de kenners. We herkennen ook wel de Jugendstil in dit ontwerp. De opdrachtgever was J.W. van de Wetering. Deze was winkelier in ijzerwaren en gereedschappen.
De gevel (b)lijkt, wat het gedeelte boven het huidige winkelgedeelte betreft, nog helemaal origineel. De oorspronkelijke winkelruimte bestond uit twee lagen (onder het erkergedeelte). Ter hoogte van de huidige eerste verdieping was een galerij met vitrines. Daardoor oogt het raamkozijn op de eerste verdieping nu wat vreemd/groot, maar daar was oorspronkelijk geen verdiepingsvloer, zodat het daglicht via die raampartij naar binnen viel, de winkel in.
Over de gevelstenen boven Kerkstraat 90 en 92
De gevelstenen nodigden Cok van Schaik uit verder te zoeken naar de betekenis. Met name de middelste afbeelding van de gevelsteen van nr. 92 intrigeerde hem. Let op: het zijn slechts mijmeringen die al surfend op het internet binnenkwamen en waar hij persoonlijke conclusies aan verbond, niet wetenschappelijk of historisch onderbouwd….. maar dan zien jullie waar zo’n puzzelfoto mensen toe kan brengen….
Wat hij vond: De caduceus (van Hermes / Mercurius) bestaat uit een gladde staf waarrond zich 2 slangen naar boven winden met bovenop 2 vleugels. In dit symbool is het geheim uitgedrukt van de oorspronkelijke geneeskunst. De twee slangen staan symbool voor de mannelijke en de vrouwelijke energie in het menselijk lichaam die samen een dans in balans maken. Als de balans verstoord wordt dan wordt het lichaam ziek. Vandaar ook de balans op de afbeelding? Het was een universeel symbool, gevonden ook in Egypte, Mesopotamië en Indië, waar het altijd vrede, harmonie en evenwicht symboliseerde.
Verder: Veer in inktpot en opengevouwen perkament staat voor onderwijs, wijsheid, literatuur. Dit samen met de drie boeken de aanduiding van de oorspronkelijke boekwinkel?
In dat geval zouden de afbeeldingen op de andere gevelsteen kunnen staan voor de oorspronkelijke kruidenierszaak?
Cok heeft na veel zoeken op internet dus nog niet de exacte betekenis van de symbolen gevonden en hij is reuze benieuwd of iemand die wel weet. Reageren kan op deze pagina.
Mooi verhaal over De Zaaier (v/m AVRO-studio). Ik mis het “gedoe” over een verdwenen punt. Achter de letters A, V en R had een punt gezeten. Bij het verwijderen en opbergen van de letters en de punten, bleken er nog maar 2 punten te zijn. Waar de derde is gebleven is bij mijn weten nooit opgehelderd.