WONINGINRICHTING GREEVE, KERKSTRAAT 24-30

Karin van Hoorn dook in de geschiedenis van bekende middenstanders.

Weet u het nog? Afgelopen zomer, Oppepper, fotopuzzel? “Het raadsel van de Kerkstraat.” Drie weken lang liet de Oppepper panden zien aan de Kerkstraat 76/78 en 80/82. Volgens de overlevering waren de panden 76/78 modelkamers van Woninginrichting Greeve. Het begon allemaal op de Kerkstraat 26.

“Mijn opa begon daar in 1887 een winkel: raam links, raam rechts, deur in het midden. Achter het linkerraam vulde opa matrassen die hij op handkarren naar de klanten bracht. Achter het rechterraam verkocht mijn oma gordijnstoffen.”

Aan het woord is André Greeve, geboren in 1931, jonger broertje van Harry Greeve. Grootvader Greeve (1852) was de eerste Greeve-telg die zich met manufacturen bezig hield. Daarvóór waren de Greeves/Grevens  blikslagers, grondeigenaren en jagers (zie het familiewapen dat o.m. uit drie jachthoorns bestaat}. Harry begon de winkel in 1887 die later, onder de bezielende leiding van Ger Greeve en Niek Kuijer, echtgenoot van  zus Greeve, uitgroeide tot een prachtig bedrijf.  

Het familiewapen

WONINGINRICHTING GREEVE

De zaak in Hilversum, aan de Kerkstraat 26, werd uitgebreid naar Bussum, Nassaulaan. Het pand aan de Kerkstraat was groot: in de kelder, die daarvoor speciaal was gegraven, werd vloerbedekking verkocht. Op de begane grond moderne meubels en woonaccessoires, klassieke meubels vond je op de eerste verdieping en op de tweede etage waren de bedden en het atelier! Centre Classique, de zaak in het duurdere segment, was te vinden in een van de villa’s aan de ’s Gravelandse weg. En op het plein bij de Kerkstraat ontstond Roche Bobois, exclusief design. De latere directie legde zich ook toe op modelwoningen. “Dan zagen de mensen hoe een woning eruit kon zien.” Het bedrijf groeide en bloeide, er kwam een naaiatelier, er kwam een meubelmakerij. Op het hoogtepunt waren er vijfenzeventig mensen in dienst. Nadat de zaak verkocht was aan de firma Zandbergen maakte een allesvernietigende brand een eind aan het tijdperk Greeve.

HERINNERINGEN

André Greeve woont nu in een privé-verzorgingshuis in Hilversum, omringd door tastbare en ontastbare herinneringen: heel veel autootjes en evenzoveel foto’s. Een kastje, dat gemaakt is in het meubelatelier. Het wapen van de Greeve’s. Foto’s van vader en moeder.

André is een gulle verteller en tijdens het gesprek bewandelen we veel bloemrijke zijpaden. Af en toe struikelen we over katholieke opmerkingen als “bidden en biechten” en “hem zal veel vergeven worden omdat hij veel liefgehad”.  Hij vertelt over zijn leven dat zich  ontrolt als een spannende avonturenfilm.

DE ZAAK

Het was in die tijd de gewoonte, dat zonen de zaak van hun vader overnamen. Daar werd niet over gediscussieerd. Dat gebeurde gewoon. “Maar je was niet meteen directeur, hoor, we moesten eerst stage lopen”

Hij vertelt over de stages die hij liep in Nederland en in het buitenland: “Om de taal te leren. Mijn broer ging naar Wallonië en leerde er Frans. Ik ging naar Duitsland”.  En dan gaan zijn ogen glinsteren, en komt er een zeer charmante, onweerstaanbare jonge man tevoorschijn. “Ik ontmoette daar de dochter van een heel rijke meubelgigant. We verloofden ons en als verlovingscadeau kreeg ik een auto en een lap grond in Loosdrecht. Maar ja, de verloving werd verbroken en ik heb de auto en het stuk grond teruggegeven.”

André leert het vak van meubelverkoper in de praktijk. De inkoop was voornamelijk in handen van broer Harry. “Ik had andere taken. Ik had de zorg voor het wagenpark, bijvoorbeeld. En ik kon goed met klanten omgaan”. Hij knipoogt. “Ik durf best beweren, ik was de vlotte jongen. Daarom kon ik ook goed omgaan met klanten die klachten hadden. Dan ging ik naar ze toe, en begon te praten over hun hondje als ze dat hadden, en dan was de klacht al vrijwel over”.

Hij heeft nooit gedacht over een ander beroep. Het was vanzelfsprekend dat hij dit vak in zou gaan. Maar: “Ik ben ook zeeman geweest. Op de grote vaart. We brachten boeren-emigranten naar Canada. Ik was ook steward aan boord van De Oranje, daarmee gingen we naar Indonesië. Een geweldige tijd. Bandung. Gamelan.” Hij strooit met Maleise woorden.

Maar dan is het uit met de pret. In 1956 komt André toch echt in de zaak. Hij vervult functies die goed bij hem passen:

  1. Het wagenpark controleren. Hij is dol op auto’s. “We hadden zeventien auto’s: voor elk vak een auto: een auto voor de maatnemers, een auto voor de stoffeerders…” André hield van auto’s, was ook voorzitter van de Regionale Automobielclub, die tulpenralley’s organiseerde. “Ja, dat was hobby. Het werk was noodzaak”.
  2. De klanten informeren.

“We hadden goed contact met de makelaars in Hilversum. Die wisten van mensen die hier een huis kochten. Dan kreeg ik hun namen door en schreef ze een brief. Of ze misschien advies nodig hadden bij het inrichten van hun huis.

  • De klanten doorsturen

Door zijn mensenkennis voelde André aan dat sommige mensen de meubels op de Kerkstraat wat gewoon vonden. “Nou, dan ging ik naar ze toe, en zei dat er nog wel een andere zaak was: Centre Classique, of  Roche Bobois en dat ze daar misschien wèl zouden kunnen vinden waar ze echt enthousiast van werden. Dat waren ook zaken van Greeve, maar dan een net iets duurder segment.”

Greeve asbak bij gelegenheid van 70 jaar bestaan

HUMOR

Katholiek. Ja, dat waren en zijn de Greeve’s. “We hadden twee bisschoppen in de familie, Mgr. Van Lierde en Mgr. Nierman,  en ik ben misdienaar geweest. Pastoor Dresmé van de Vitusparochie komt hier vaak. Laatst kreeg ik de laatste sacramenten. Ik moest mijn zonden vertellen. Ik raakte niet uitgepraat.”