Ontmoetingen

Zondag 1 oktober. Een heerlijke zomermiddag. Ik zit op het stoepterras van De Smoeshaan, het café dat bij theater Bellevue hoort. Ik wacht op een vriendin. We gaan naar de voorstelling “lieve vrienden, familie, genodigden”, van Daan Heerma van Voss. Naast mij zit een dame in haar eentje alle kapers op haar lege buurstoeltje af te weren. “Nee, dat stoeltje is niet vrij, ik wacht op iemand”. Dan vraagt ze mij of ik even op twee stoeltjes wil passen, want zij gaat iets te drinken halen. “Wilt u ook iets drinken?” vraagt ze mij. “Nou graag, een kop koffie”. Ik zit ook in de klem, want nu heb ik nog een zitplek, maar als ik wegloop…….

Ze komt terug met koffie, ik geef haar drie euro, en we raken aan de praat. Ze komt uit Utrecht, heeft in Amsterdam gewerkt en ze gaat naar dezelfde voorstelling als ik.

Even later komt haar vriendin. Dan passeert een vrouw op de fiets. Ze zet haar fiets neer, op slot, en vraagt of ze op het vrije stoeltje mag zitten. Dat mag. Ze zegt: “Ik heb de hele tijd gewerkt en had zin om even nog wat zon te pakken.” Ze blijkt masseuse te zijn. En in het gesprek dat volgt, vertelt ze ook nog dat ze gids is in Amsterdam, dat mensen schrikbarend weinig weten van het stationsgebouw, het rijksmuseum, de Westerkerk…. Als ze hoort dat ik uit ’s Graveland kom (nou ja, Kortenhoef, maar dat dorp kent ze niet), weet ze meteen: de buitenplaatsen. “daar wandelen we vaak met onze Italiaanse hond, die een jachthond bleek te zijn, en achter de reeën aanging, wat ons een boete opleverde van pakweg zestig euro”.

Het uurtje wachten op mijn vriendin leverde me dus twee nieuwe vriendinnen op. Nou ja, vriendinnen…..ik moest denken aan dit gedicht. is het van Henry Wadsworth Longfellow? Of van Paul Laurence Dunbar? Ik heb alleen maar een boek met die titel. Zonder naam van de dichter. Maar het is wel mooi toch?

Karin van Hoorn, 1 oktober 2023