Wonen voor ouderen

Hieronder de drie interviews, gehouden met de directies van Het Gooi en Omstreken, Dudok Wonen en De Alliantie.


Nergens plek om te bouwen

Gesprek met Maarten van Gessel van Het Gooi en omstreken.

 “In Hilversum wordt de noodzaak om te bouwen helemaal niet gevoeld.” We praten met de directeur-bestuurder van woningcorporatie Het Gooi en Omstreken, Maarten van Gessel.

Het Gooi en Omstreken heeft circa 8.300 woningen waarvan ruim 3.300 in Hilversum. Van alle huurders is 1 op de 5 ouder dan 75 jaar, 1 op de 3 ouder dan 65 jaar, en de helft ouder dan 55 jaar. De meeste huurders horen dus tot de senioren. Er is veel vraag naar betaalbare huurwoningen in het Gooi, vanuit alle leeftijdsgroepen. Het Gooi en omstreken heeft zich ten doel gesteld om jaarlijks 100 woningen te bouwen. Maar er is nergens plek. De woningcorporatie bouwt nog wel in Bunschoten en er is nog een kleine locatie in Wijdemeren, maar in Hilversum al helemaal niet.

“In Hilversum wordt de urgentie helemaal niet gevoeld om specifiek te bouwen voor ouderen’, aldus Maarten van Gessel. “Dat mensen jaren moeten wachten, of überhaupt niet in aanmerking komen, maakt weinig indruk. Huurdersorganisaties en jullie als ouderenorganisaties zouden op moeten komen voor woningzoekenden, en bij de colleges moeten aandringen om bouwlocaties te zoeken. Waarom duurt het zo lang voordat er op het circusterrein gebouwd kan gaan worden bijvoorbeeld?  Iedereen weet dat we over de middelen beschikken om te investeren, maar toch komt er niets van de grond hier.”

Het Gooi en Omstreken zet in op nieuwbouw,  vooral om daarmee doorstroming te realiseren.  “Als een oudere uit een grote woning verhuist, komt er een kettingreactie op gang. Een gezin kan er voor in de plaats komen, en daarvoor in de plaats weer een jong stel, enzovoort. Zo kan een woning die door een oudere wordt achtergelaten wel voor drie of vier andere huishoudens een oplossing vormen.” Dat ouderen vooral beren op de weg zien als het om verhuizen gaat, erkent Van Gessel ook. “De zorgwereld verandert, mensen moeten langer zelfstandig blijven wonen en we merken dat bij senioren nog steeds een lage bereidheid is om te verhuizen. Het is wel langzamerhand aan het veranderen. Ze missen vaak goede informatie. Met de inzet van wooncoach proberen we onze huurders van 65-plus hierbij te begeleiden en adviseren hen over passend en prettig wonen. In Hilversum zijn de wooncoaches al actief en we merken dat hierdoor het bewustzijn langzamerhand aan het veranderen is. Het is de bedoeling om de wooncoaches in de hele regio te introduceren.”

En als wij morgen met een voorstel voor een Knarrenhof komen, vragen we? (een soort groepswonen van ouderen -red)? “Goed idee”, aldus Van Gessel, “en die ideeën zijn ook al ingediend, maar er is nergens plek om te bouwen. De gemeente heeft natuurlijk wel locaties, het grondgebied is groot genoeg, maar de wil om daar betaalbare woningen te realiseren, is helaas te klein.”

De mix is belangrijk, wonen en zorg, jong en oud

Gesprek met Harro Zanting, directeur Dudok Wonen

Er zijn veel woningzoekenden in Hilversum. Uitgaande van de mensen die zich aangemeld hebben op Woningnet (om je aan te melden voor een huurwoning) zou je kunnen zeggen dat er 10.000 mensen op een woning wachten. Maar lang niet al die inschrijvers willen ook nu meteen verhuizen. We praten erover met Harro Zanting, directeur van woningcorporatie Dudok Wonen.

Of er in Hilversum 10.000 extra woningen gebouwd kunnen worden zoals in de krant stond? Harro Zanting denkt dat het de vraag is hoe je rekent. “We kunnen er misschien wel 20.000 kwijt, of ‘maar’ 5.000 – afhankelijk van de vraag of je hoog bouwt, of de hei opgaat. Dat aantal zegt niet zoveel.
Dat er vraag is, dat is duidelijk. “Maar woningzoekenden roeren zich niet, ze zijn niet georganiseerd. Het zijn altijd de bewoners die ergens al wonen en liever geen verandering willen, die van zich laten horen. De politiek maakt uiteindelijk de keuze waar gebouwd kan worden. En stelt soms ook regels die het bouwen lastig maken. Zoals de eis dat er 1,4 parkeerplaats aangelegd wordt bij elke woning. Voor woningen waar voornamelijk ouderen zullen wonen is dat erg onlogisch, want daarna staat een deel leeg.”

Dudok Wonen is een woningcorporatie met bijna 8000 woningen, waarvan de meeste in de sociale huursector. Als het om ouderen gaat, bouwt Dudok Wonen graag een mix: van zelfstandig wonen, en wonen met zorg. Zo is er op het terrein van de Egelantier nu een woongebouw dat Dudok in z’n geheel verhuurt aan Hilverzorg. En daar in de directe omgeving wonen nu graag ouderen zelfstandig die nú nog geen zorg nodig hebben, maar voor wie het wel voelt als ‘verzorgd wonen’.”

“Dat er een golf ouderen, babyboomers, aankomt waardoor meer speciale woningen nodig zijn, dat is wel zeker.  Voor ons is de mix erg belangrijk, ook van ouderen en jongeren, er zijn wooncomplexen waar we bij elke mutatie naar zo’n goeie mix kijken.”

Een knarrenhof, of je eigen huis gedeeld met anderen?

We brengen bijzondere woonvormen ter sprake, zoals een ‘Knarrenhof’ – een gedeelde woonvorm zoals deze in andere plaatsen is gerealiseerd. Harro Zanting ziet initiatieven graag komen, “we gaan als Dudok Wonen niet voor makkelijk, we zijn ín voor bijzondere projecten”.
Of de mogelijkheid dat iemand met een groot (eigen) huis dit met hulp van Dudok Wonen wil laten aanpassen voor bewoning door meerdere personen? “Laat maar komen, we hebben dat eerder gedaan.”

Interesse?
Wie geïnteresseerd is om verder te praten over een bijzonder project: neem contact op met (dhr) Andele Nauta en Ineke van de Rotte die deze drie interviews hielden, leden van de Senver-werkgroep belangenbehartiging. Contactadres is: a.w.nauta <AT> kpnmail.nl

Doorstroming stimuleren biedt kansen

Gesprek met Anne Oosterbaan, directeur van De Alliantie, Gooi en Vechtstreek

Anne Oosterbaan, directeur van de Alliantie Gooi en Vechtstreek ziet de meeste kansen in wat genoemd wordt ‘passend huisvesten’. Als mensen verhuizen van een te grote naar een meer passende woning komt er een keten van verhuizingen op gang. “We stimuleren huurders om door te stromen naar andere meer passende woningen waardoor er veel sociale huurwoningen per jaar vrijkomen. Vaak wonen ouderen in grote eengezinswoningen. Daarom bouwen we nu uitsluitend nultredenwoningen, met voorzieningen in het gebouw of in de directe omgeving. Daarheen willen ouderen verhuizen, en je ziet dan dat er een stroom verhuizingen op gang komt, van jonge gezinnen.“

De oplevering van een van de nieuwe woontorens op het voormalige Lucent-terrein is volgens Anne Oosterbaan een goed voorbeeld van wat ze bedoelt. “Voor de <aantal> nieuwe woningen meldden zich 2200 belangstellenden. In overleg met de gemeente gaven we voorrang aan mensen die een sociale huurwoning in Hilversum achterlieten. Dat waren in dit geval veel ouderen. De eengezinswoning die zij achterlieten wordt nu bewoond door gezinnen die op hun beurt een woning achterlieten voor bijvoorbeeld starters. Er kwamen zoveel verhuizingen op gang uit de wijken met de eengezinswoningen, dat de medewerkers van de Alliantie het bijna niet bij konden houden. Nu zijn we goed bezig, dacht ik.”

Woningcorporatie de Alliantie heeft bijna 12.000 sociale huur woningen in de regio Gooi & Vechtstreek, waarvan ruim 5.400 in Hilversum. Hilversum had oorspronkelijk veel eengezinswoningen. Dan komt de woningmarkt echt vast te zitten. “Dat zie je ook in de gemeente Wijdemeren”, legt Anne Oosterbaan uit. “Daar blijven de ouderen wonen in de woning waarin ze voorheen met het gezin woonden. Hierdoor komen jonge gezinnen niet meer aan een passende woning. Het unieke van Hilversum is dat er een grote voorraad aan eengezinswoningen is en dat nu de voorraad wordt aangevuld met appartementen. Daardoor hebben we de mogelijkheid om méér mensen passend te huisvesten.”

Slim bouwen is de oplossing. Dat betekent dat er in de huursector zowel eengezinswoningen als appartementen nodig zijn, en de mogelijkheden voor zowel zelfstandig wonen als ‘wonen met zorg’. Of zo bouwen dat ouderen in de directe omgeving van hun mantelzorgers kunnen wonen en vice versa. Op den duur ontstaat een tekort aan verzorgend personeel, om de zorg te leveren die nodig is. Daarom houden we nu vast rekening mee. “We bouwen eigenlijk niet voor nú, maar voor de toekomst.”